Vrijdag 15 feb (Rian)

16 februari 2019 - Culverden, Nieuw-Zeeland

Vrijdag 15 feb ( Rian) Vanorgen wakker geworden op de berg in een héél natte omgeving. Wat een water is er gevallen vannacht! Het bleef maar door kletteren. Waarschijnlijk vrij gewoon hier, kijkende naar de groene omgeving. Het weerbericht zag er ongeveer ook zo uit; bewolkt maar droog, 2 dagen regen, zon etc. Natuurlijk zaten we aan de westkant van de berg en het westen is overwegend natter. Hopelijk hebben ze aan de oostkant ook de voorspelde regen gehad. Maar het was droog en de zon was in aantocht. Gedoucht in een luxe toilet gebouw (dure camping, maar de enige in de buurt) waar je met een code in moest. Een echte douchecabine met een droogloopmat ervoor (wat een idee!). Ontbeten en op pad. O ja, deze camping had overdekte plaatsen voor kampeerders in tenten! Hoezo vaak regen 😊. Terug naar Arthur's Pass om kea's te spotten. Bij de eerste lookout (Death's Corner) de bus geparkeerd. Gut wat een kleine parkeerruimte. Mijn rijbeurt dus ik zat er mee. De bus er achteruit ingewurmd met behulp van Dick die buiten met de wijdte van zijn armen aangaf hoeveel ruimte ik dan toch wel niet nog had om naar achteren te kunnen. Jaja. Van de lookout was niet veel meer over vanwege de bomen, maar verdraaid, er zat een kea op de rand van het hek die met al z'n verstand maar bleef proberen iets uit een miniscuul gaatje te prutsen. Dat gaf ons mooi de kans om hem goed op de foto te krijgen. Leuk. Later ging hij (of zij) nog over de parkeerplaats lopen om aan het rubber van de banden en het hendeltje van de vuilwateruitlaat te trekken. En wij er op onze hurken achteraan natuurlijk. Als de vogel recht op loopt is het een heel komisch gezicht. Vertrokken naar de volgende lookout. Weer zo'n ruime parkeerplaats 🙃, en geen kea. Door naar het dorp, Arthur's Pass, waar ze ook schijnen te zijn. Inmiddels was het stralend weer. We boffen maar weer. Door het dorpje gewandeld (wat huizen langs de weg, een infocentrum, cafe's annex winkel, benzinepomp, kerkje en station(!). Met naast het ieniemienie postkantoortje een heuse bieb! In een oude koel vries combinatie! Lachen; blijven de boeken natuurlijk mooi droog in. En ja na wat rond gewandel zagen we een kea vliegen; ze zijn mooi rood onder de vleugels. Het spoor gevolgd en bij het restaurant zagen er een paar de kans schoon wat te snoepen van het lekkers van de toeristen. Ondanks dat overal staat dat je ze niet mag voeren hadden de slimmerds toch wat te pakken gekregen. Genoeg kea. Weer terug naar de oostkant. Zullen we tanken? Neu hoeft geloof ik nog niet...daar kregen we spijt van. We moesten 80 km afleggen naar Springfield waar de eerstvolgende pomp zou zijn. Toen we nog 35 km moesten ging het lampje branden, nou ja, dit is zo'n auto dat de tekst verschijnt dat je naar de pomp moet. En dat staat dan 35 km voor je ogen te knipperen. Daar wordt je wel een beetje nerveus van. Tja in de bergen, neemt veel benzine. Geprobeerd zomin mogelijk gas te geven, bergafwaarts te 'freewheelen' en Dick zat met de app de afstand naar de pomp te roepen en te vertellen dat je een leeggereden dieseltank niet zomaar kunt bijvullen. Kijk dat is informatie die je wil horen! Het laatste stuk zo langzaam gereden dat we voor de achteropkomers de alarmlichten even lieten knipperen. Maar...we hebben het gehaald, hebben nog niet eerder zóveel getankt 😋 en onszelf op een lekker broodje getrakteerd. Van de prachtige omgeving hebben we niet erg genoten deze rit. Een camping bij het strand uitgezocht en er via een b-weggetje over het 'platteland' (noemen ze hier vast niet zo) naar toe gereden. Hier boven Christchurch is het een stuk minder toeristisch, we kwamen bijna niets tegen. De camping, in Amberley, is groot en rustig. Het strand erachter zwart, en we waaien bijna weg. Er wordt niet gezwommen vandaag.

Foto’s